Oosting liet 'avontuurlijk' voornemen links liggen en legt uit waarom

In de winterstop gaf Joseph Oosting aan dat FC Twente in de tweede seizoenshelft 'avontuurlijker' wilde gaan voetballen. De trainer vertelde dat in sommige wedstrijden op linksbuiten een echte buitenspeler zou kunnen komen te staan en trainde met een middenveld met één zes en twee tienen in plaats van twee zessen en één tien.

Van deze voornemens is het echter nauwelijks gekomen. Alleen in de uitwedstrijd tegen NEC Nijmegen (1-0 nederlaag) begon Oosting met een buitenspeler op links in de vorm van Younes Taha. Met twee tienen, waarschijnlijk bedoelt met Michal Sadílek, Michel Vlap en Sem Steijn op het middenveld, begon Oosting geen enkele keer.

Vindt Oosting dat het avontuurlijkere voornemen er voldoende uitgekomen? "Laat ik het zo zeggen: we hebben het wel geprobeerd", vertelt de trainer in gesprek met RTV Oost. "Het kan natuurlijk niet altijd. Ik vind dat het na de winterstop wat stroever is geworden, maar dat is volgens mij bij de meeste clubs zo. Men weet natuurlijk ook hoe je voetbalt, wat de contouren zijn en wat de structuur is in de manier van voetballen."

"We hebben het wel geprobeerd, alleen uiteindelijk ga je ook kijken naar koppeltjes en naar spelers, hoe die zich ontwikkelen. Dan vind ik wel dat spelers zich individueel enorm hebben doorontwikkeld. Dat is misschien wel symbool voor het elftal. Ik vind dat mijn elftal zich heeft ontwikkeld als een hele stabiele ploeg, die zowel uit als thuis wedstrijden kan winnen", aldus Oosting.

Is dat dan belangrijker dan het avontuurlijke? "Het avontuurlijke zie jij misschien anders dan ik. Wat is het avontuurlijk? Vertel me dat eens", zegt Oosting tegen interviewer Nico Wantia, die op zijn beurt terugkaatst dat dat het woord was wat Oosting gebruikte. "Goed, ik vind nogmaals dat wij dat wel proberen", gaat de trainer verder. "Voor iedereen is avontuurlijk anders. Ik vind dat we het goed doen. We staan op plek drie."