"Het is triest, gebeurtenissen worden nu gemediatiseerd"

Vandaag schrijft Friso Schotanus, journalist en voetballiefhebber, over de opheft die de reeks incidenten van de afgelopen maanden hebben veroorzaakt. Volgens hem is deze ophef zwaar overtrokken als je kijkt naar het verleden. Volgens de schrijver hebben we in Nederland wel degelijk geleerd van het verleden. "Maar willen we dat ook zien, of wentelen we ons liever in morele verontwaardiging?" Schotanus verwijst naar de jaren tachtig toen het geweld in stadions het hoogtepunt had bereikt.

"Het geweld dat voor mijn ogen, als ventje van net 12 jaar oud, in het stadion plaatsvond, was in die dagen heel gewoon. Als je op zoek was naar spanning, sensatie en geweld, moest je in het voetbalstadion zijn. Vooral bij uitwedstrijden naar clubs in de buurt - Go Ahead, Heracles of Emmen - kon je rekenen op actie: een gesloopte trein, een charge van de politie, een stenenregen, een aanval op het uit- of thuisvak. Zoals een vriend van mij laatst op de tribune opmerkte: je was eigenlijk teleurgesteld als er de hele avond niks was gebeurd."

Vanaf de jaren negentig konden de supporters beter in beeld worden gebracht door steeds betere videobewakingssystemen. Hierdoor konden steeds meer relschoppers worden geïdentificeerd en kregen een stadionverbod en de daaraan verbonden boete. Hedendaags is er niets meer te merken van de taferelen die zich in de jaren tachtig in de stadions hebben afgespeeld. De stadions zijn veilig en het is natuurlijk niet voor niets dat de stadions tegenwoordig ook gevuld zijn met gezinnen, vrouwen en kinderen.

"Niet dat het geweld, drank- en drugsgebruik rond het voetbal helemaal verdwenen is; dat zal nooit gebeuren. Maar in het licht van deze historische situatie is de kop van afgelopen dinsdag, 'Welk weldenkend mens wil straks nog naar een voetbalstadion?' (Sport, 9 februari), lachwekkend." De reden voor deze kop waren de recente acties van ADO Den Haag, Feyenoord en Ajax supporters. In de ArenA werd een opblaaspop aan een touw gehangen welke 'overloper' Vermeer voor moest stellen. Bij Feyenoord brachten enkele supporters een bezoek aan spelers thuis en bij ADO Den Haag werden de bijna verdreven oerwoudgeluiden weer ingezet.

"Het is triest", daar is ook Schotanus het over eens. "Helaas worden dit soort gebeurtenissen nu gemediatiseerd: de poppenhanger haalde de voorpagina's van de kranten, de Volkskrant wijdde er bijna een hele spread aan. Deze (media)aandacht en verontwaardiging wekken de indruk dat er sprake is van een groeiend maatschappelijk probleem waar sport en politiek geen antwoord op hebben. Dat is historisch gezien onjuist en het tegendeel is waar."[google]

Na de incidenten is er snel geschakeld en werd de man die de pop ophing in de ArenA al tijdens of direct na de wedstrijd in de kraag gevat. Ook is er een groot deel van de racisten uit Den Haag geïdentificeerd met behulp van het camerasysteem in het stadion van FC Den Haag. Toch krijgen deze positieve ontwikkelingen weinig aandacht.

"Het valt op dat er weinig aandacht is voor deze succesvolle vervolging. Willen we dit soms niet zien, en wentelen we ons liever in onze morele verontwaardiging? Het spijtige is dat gekken altijd van zich zullen laten horen. Daar mogen we ons boos over maken en die afschuw laten klinken. Maar wel binnen zekere proporties graag, de rijke geschiedenis van het voetbalgeweld indachtig", besluit Friso Schotanus zijn betoog in de Volkskrant.
[ligatus]