FC Twente Nieuws

Column: Helden van toen; Frans Thijssen

Column: Helden van toen; Frans Thijssen

Het was telkens weer een strijd wie hem mocht zijn. Daar op dat Enschedese grasveld in de jaren zeventig. Fles lauwe cola met plastic bekertjes langs de kant en de best beschikbare bal nog gauw even opgepompt. Wie het eerst de naam schreeuwde mocht die speler ook zijn tijdens het partijtje. “Ik had al Thijssen gezegd hoor”. “Had je maar harder moeten zeggen dan, Eric is nu Thijssen en dan kun jij Achterberg of Zuidema nog zijn”. “Verrek maar, dan ben ik Schrijvers wel en ga ik op goal, of is die ook al gezegd?”. “Zoeken jullie het maar uit, ik ben lekker Epy al” zei dan steevast een goochemerd, of “Neem dan Van der Vall joh, of is die ook al vergeven?“ “Jaaaaa, Bertje is Van der Vall en Appie is Jeuring al”. “Ik mag nooit Thijssen zijn terwijl Fransje hem bijna altijd is”, zei steevast de jongste van het stel. Wetten van de straat. Ongeschreven, maar onverbiddelijk duidelijk.

Ach, hoe zoet die herinneringen aan mijn jongenstijd. Thijssen was een van de meest gekozenen in onze FC Twente wereld waarin het voetballen op straat net zo gewoon was als het hanteren van de smartphone hedentendage. Mijn moeder had zelfs een heus rugnummer 5 op mijn t- shirt genaaid, als ode aan mijn toenmalige held. Dat dwong respect af bij de rest, daar hadden ze niet van terug. Tot een aantal dagen later natuurlijk toen ze allemaal met een mooi rugnummer kwamen aanzetten, eentje zelfs met een zwarte rand.

Hij was het stille, zwijgzame type. Wars van misplaatste arrogantie en dikdoenerij. Zijn benen en hersens deden het werk, waarvoor moest je je mond dan ook nog in de strijd gooien ? Gezegend met een prachtige techniek en een grote portie gezond voetbalverstand maakte hij onderdeel uit van het grote FC Twente uit het midden van de jaren zeventig. “Stille Frans”, was zijn bijnaam.

De bal leek hem te gehoorzamen als een volgzame hond die weet dat hij genoeg aandacht en vreten van zijn baasje krijgt en hem daarom trouw blijft. Zelden zag je de bal iets anders doen dan hij bedoeld had. Mede opgeleid door de legendarische Wiel Coerver schroefde hij, samen met o.a. Arnold Muhren en Kick van der Vall het Twentse spel op tot aan Europees topniveau. Ik herinner me een Twente met dit middenveld dat ooit een record balbezit vestigde zonder dat de tegenstander in staat was om er iets meer aan te doen dan toekijken hoe ze voetballend werden vernederd. Het waren liefhebbers pur sang en Frans Thijssen helemaal. Opstomend onderwijl de bal telkens korte tikjes gevend met de zijkant van de voorvoet. Het lichaam dreigend naar de ene kant om vervolgens de andere kant op te draaien en de tegenstander te passeren. Hij kon het spel ‘lezen’ als geen ander en menige crosspass luidde een gevaarlijke aanval in. Soms kon hij de bal nakijken met een weemoed in zijn ogen die alleen gevoeld kan worden door echte liefhebbers.

In 1973 kwam hij voor het tegenwoordig schandalig lage bedrag van €250.000 over van NEC. In 1979 nam Ipswich Town hem over van FC Twente. Dat was destijds nog iets vrij unieks. In de hoogste Engelse voetbaldivisie moesten ze toen nog niet zoveel hebben van voetballers buiten ‘Brittania'. Sir Bobby Robson was onder de indruk geraakt van het Nederlandse voetbal in het algemeen en het Twentse voetbal in het bijzonder. Hij introduceerde een ander soort voetbal dan het ‘kick and rush’ en wist dat hij daarvoor Frans nodig had. Samen met Arnold Muhren maakte hij furore bij Ipswich. Won de UEFA Cup en werd in 1981 de eerste niet-Brit die werd gekozen tot voetballer van het jaar in Engeland.

Hij speelde 14 interlands en scoorde onder andere de belangrijke aansluitingstreffer in de legendarische uitwedstrijd van Oranje tegen Oost-Duitsland in 1979.

Via tal van omzwervingen ; Vancouver Whitecaps-Nottingham Forest- Vancouver Whitecaps-Fortuna Sittard-FC Groningen en Vitesse kwam Frans weer terug op het oude nest in Enschede. Sinds 2010 maakt hij deel uit van de technische staf van Twente als assistent- coach en techniek trainer bij de jeugd. Frans is niet zo’n prater, maar als iemand de fijne technische kneepjes van het vak kan overbrengen is hij het wel. Frans was een grote voor de club, een hele grote. Ik hoop dan ook dat hij nog lang bij de club zal blijven.

Enige tijd geleden zag ik hem lopen ergens bij de Veste. Ik kreeg spontaan weer de smaak van cola uit een bekertje in mijn mond en hoorde als een verlaten echo de aan voetbal verknochte kinderstemmen uit mijn jeugd schreeuwen: “Ik wil Thijssen zijn”.

TAZ

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties