Hoe blijft Unnerstall scherp in een wedstrijd waarin hij niks te doen heeft?

Voor Lars Unnerstall kan het soms lastig zijn om keeper van FC Twente te zijn. De tegenstander krijgt vaak nauwelijks kansen, zoals zaterdag tegen Excelsior (0-0) ook het geval was. Dan moet je als keeper wel goed scherp blijven voor als dat moment dan toch een keer komt. Hoe doet Unnerstall dat?

"Je moet altijd een beetje in de wedstrijd blijven", vertelt de 32-jarige doelman voor de camera van FC Twente. "Je moet gewoon blijven coachen en blijven praten met de medespelers. Ik zeg altijd tegen mijzelf: 'Blijf in de wedstrijd zitten, die ene kans komt er wel'. Tegen Excelsior waren er twee ballen op goal of zoiets, maar dan moet je er gewoon staan. Daar was ik bij en dat was goed."

Voor Unnerstall stonden zaterdag in Rotterdam twee andere spelers dan normaal. Vaak heeft hij Mees Hilgers en Robin Pröpper voor hem staan, deze keer vormden Max Bruns en Julio Pleguezuelo het hart van de defensie. Is dat nog anders voor de goalie? "Nee, ik ken ze allebei. We trainen al bijna twee jaar samen. Je maakt niet zo heel veel uit. Je weet wat de sterktes zijn van Max en Julio of van Mees en Robin, dan lukt dat wel makkelijk", aldus de Duitser.

Gelijkspel tegen Excelsior

Unnerstall baalt van het gelijkspel op Woudestein. "We moeten drie punten meenemen. Nu is het er maar eentje, dat is heel vervelend. We hadden de veel betere kansen, maar het trekt een beetje door het hele seizoen: we maken de kansen niet af. In de rust moet het al klaar zijn, maar staat het weer 0-0. We moeten hier eigenlijk makkelijk winnen. In dit soort wedstrijden moeten we minimaal drie keer scoren", besluit Unnerstall.