Oosting houdt vast aan Brenet en Smal, maar waarschuwt ook: "Dan houdt het een keer op"

Vorig seizoen waren Joshua Brenet en Gijs Smal van groot belang in het aanvalsspel van FC Twente. Opgeteld waren ze direct betrokken bij maar liefst 23 van de 66 eredivisiedoelpunten (34,8 procent) van FC Twente. Dit seizoen staat de teller na 22 wedstrijden gezamenlijk op slechts één assist en is het spel niet om over naar huis te schrijven. Het moet dus beter, zo heeft de technische staf de vleugelverdedigers ook verteld.

Trainer Joseph Oosting ziet dat Brenet en Smal worstelen met hun vorm. "Joshua was tegen Excelsior goed, maar tegen Utrecht was het gewoon slecht. Ik vond Gijs tegen Excelsior weer de oude Smal, maar tegen Utrecht was het niet goed", vertelt de 52-jarige oefenmeester in gesprek met TC Tubantia. "We bespreken het met de mannen en ze kijken ook naar zichzelf. En zij komen ook tot de conclusie dat het beter moet. Ze zijn absoluut heel kritisch op zichzelf."

Oosting legt uit dat het mindere spel te maken kan hebben met de buitenspeler die voor de back staat. "Een bepaalde type speler kan een ander beter maken. Joshua speelde vorige week met Younes Taha voor zich en dat is een ander type dan Daan Rots. Dan zie je ook dat een speler, die in de top heeft gespeeld - zoals Brenet - daar heel gevoelig voor is. Met Daan weet hij precies wat hij kan verwachten en wanneer hij de bal krijgt. Dat is anders dan een speler die gaat dribbelen of kappen. Het is geen excuus, want Josh was slecht, maar zo’n samenwerking luistert heel nauw."

Dat geldt ook voor de linkerkant, waar met Michel Vlap een heel ander type speler staat dan Virgil Misidjan. "Misidjan is een intuïtieve speler, die niet taakbewust aan de zijlijn blijft staan. Smal kon daar mee omgaan. We hebben nu een andere invulling op links en dat vergt weer een andere aanpak voor de back die opkomt."

De trainer blijft Brenet en Smal wel de kans geven. "Uiteindelijk bepalen ze het zelf, maar ik hoop dat ze de tijd krijgen om te laten zien hoe goed ze zijn. Maar als ze over een nog langere periode niet presteren, dan houdt het wel een keer op. We zijn breed. We kunnen op rechts zo Sampsted neerzetten en op links Salah-Eddine. De concurrentie is groot. Voor de één werkt dat motiverend, maar een ander kan er juist last van hebben. Als staf houd je ook daar rekening mee", besluit Oosting.