'Schoothondje' Ten Voorde keihard aangepakt: "Toen had meneer geen vragen meer"

Leon ten Voorde heeft flinke kritiek te verwerken gekregen bij het praatprogramma VoetbalTijd. Zowel de vaste analist René Wagelaar als tafelgast Gertjan Verbeek hekelen de manier van handelen van de clubwatcher van de Tubantia. Wagelaar noemt de journalist van de Tubantia het schoothondje van de Fred Rutten-clan. Verbeek vindt dat Ten Voorde veel te veel op de man speelt. Dat gebeurde niet alleen bij hem in de tijd als trainer van FC Twente, maar onder andere ook bij Jan van Halst.

Door de houding van Ten Voorde besloot Verbeek in 2017 om het wekelijkse perspraatje, dat destijds informeel werd gevoerd aan tafel met een bakje koffie, anders in te richten. Hij legt uit waarom. "Bij FC Twente kreeg ik na een persconferentie op vrijdagmiddag altijd Jan van Halst na een uur aan de lijn. 'Wat heb je nu weer gezegd?' Ik zei: hoezo? Hij had alleen de kop van het artikel gelezen. Toen zei ik: zo is het helemaal niet gegaan."

Voor Verbeek was het klaar en hij besloot actie te ondernemen. "Ik zei: weet je wat we doen? We stoppen die gesprekjes gezellig rond de tafel met een kopje koffie, ik ga achter een tafel zitten, we nemen het op en zetten de hele persconferentie op de website. Dan kan iedereen zien wat ik heb gezegd. Dan kan het ook niet verdraaid worden. Toen had meneer Ten Voorde geen vragen meer. Toen was er een persconferentie, en dan had hij geen vragen. Ik hield mijn verhaal en er was nog maar een enkeling die mij een vraag stelde. Maar Ten Voorde stelde mij geen vraag meer."

Wagelaar is totaal niet te spreken over Ten Voorde en zijn werkwijze. "Het is heel makkelijk voor de pers. Ten Voorde gaat op de man als hij je niet mag. Dan ga je er aan. Dat is ook gewoon het schoothondje van de Fred Rutten-clan, zo noem ik hem altijd." Wagelaar is dan ook van mening dat een clubwatcher een bepaalde houdbaarheidsdatum heeft. "Na vijf jaar moet zo'n clubwatcher weg zijn. Het wordt veel te eigen, veel te bekend. Er lopen interne belangen, wat ze zien, wat ze horen. Allemaal andere belangen", besluit Wagelaar.