Unnerstall speelt met nieuwe high-tech sensor, maar wat doet het precies?

Na stages te hebben gelopen bij Sparta, Ajax en PSV, trad René Hoevenaar medio 2021 in dienst bij FC Twente als Sports Scientist van het eerste elftal. Het voetbal gebruikt steeds meer data en daar weet Hoevenaar als sportwetenschapper wel raad mee. Hij staat dagelijks langs de kant met zijn iPad om de data van de spelers te meten en daarna te analyseren. Waar hij de data van de spelers meet aan de hand van gps-trackers op het lijf, heeft hij voor de keeper wat anders geïntroduceerd.

Het gaat om sensoren die de Unnerstall en de overige doelmannen om de achterkant van hun schoenen moeten bevestigen. FC Twente is één van de eerste Nederlandse clubs die deze vorm van tracking toepast. Het idee is afkomstig uit Engeland. "Keepers hebben niets aan het gps-systeem, dat voetballers elke training dragen, want keepers lopen niet zoveel. Keepers dragen in verband met het vallen en duiken liever niets op het lichaam", aldus de uitleg van Hoevenaar in gesprek met Ten Voorde van de Tubantia.

Toen Hoevenaar het idee introduceerde bij de keepers, was er weerstand. "Elastiek om de schoen? Dat ga ik niet doen. Achteraf vinden ze het heel erg meevallen en merken ze er tijdens de trainingen niets van." De sportwetenschapper kan door de sensor zien hoe vaak een keeper heeft gepasst en met welke snelheid ze een bal raken.

"Keepers trappen superveel, maar misschien is dat op een bepaald moment in de training wel niet goed. We sturen nu nog niet op basis van onze informatie, maar het is wel de bedoeling dat we in het komende half jaar de gegevens gaan implementeren in de trainingen." Naast de keepers worden de sensoren nu ook gebruikt bij revaliderende spelers zoals Naci Ünüvar. Aan de hand van de data kon worden bepaald wanneer de aanvaller weer pass- en schotoefeningen mocht gaan doen. De sensor is nog volop in ontwikkeling en de verwachting is dat er in de toekomst nog veel meer data uitgehaald gaat worden.