Moeten de centrale verdedigers meer opbouwen? "Daar zijn ze niet zo sterk in"

FC Twente heeft sinds de winterstop zeven Eredivisie-wedstrijden gespeeld, waarin doelman Lars Unnerstall tien keer werd gepasseerd. Opvallend is dat negen van die tegendoelpunten in de eerste vier wedstrijden vielen, terwijl de laatste drie duels slechts één tegentreffer opleverden. Na twee opeenvolgende clean sheets tegen RKC en NEC moest de Duitse sluitpost afgelopen weekend één keer de bal uit het net halen tegen FC Groningen.

Verdedigend oogt Twente dit seizoen minder stabiel dan vorig jaar. Wat ontbreekt er bij de Tukkers? "De opbouw van de twee centrale verdediger", begint René Wagelaar aan tafel bij 1Twente voetbaltijd. "Daar zou ik wat meer voetbal in willen zien. Verdedigend staat het wel maar wat meer voetbal van achteruit mag wel. Bijvoorbeeld een keertje dribbelen, daar zijn de centrale verdedigers niet zo sterk in."

Julian Vriends voegt toe: "Ze hebben niet heel veel moeie als ze tegen een ploeg als Willem II moeten." Wagelaar is het ermee eens en voegt toe: "Nee zeker niet." Trainer Joseph Oosting heeft dit seizoen flink moeten puzzelen met de samenstelling van zijn centrale verdediging. Gustaf Lagerbielke heeft zich de afgelopen tijd uitstekend ontwikkeld en is inmiddels een vaste waarde geworden in het hart van de defensie. Hij weet regelmatig te imponeren met zijn prestaties. Mees Hilgers, die een lange periode geblesseerd was, lijkt nu zijn plek weer terug te hebben veroverd in de basiself.

Dit betekent echter dat Max Bruns, die tijdens de afwezigheid van Hilgers als centrale verdediger speelde, zijn plaats in de verdediging kwijt is. Bruns heeft echter niet misstaan in die rol en heeft een aantal sterke wedstrijden gespeeld, wat zijn waarde voor het team onderstreept. De concurrentie in de verdediging is dus groot, maar Oosting heeft de luxe om te kiezen uit meerdere spelers.