'Geboren leider' Bjelland: "Ik ging altijd voorop in de strijd"

Aan het begin van dit seizoen kreeg Andreas Bjelland de aanvoerdersband van trainer Alfred Schreuder. Hiermee werd de hoop van de twintigvoudig Deens international positief beantwoord.

“Aan het begin van het seizoen had ik al stilletjes de hoop dat ik gekozen zou worden als captain", zegt Bjelland in businessmagazine BASIS. "Dusan Tadic was vertrokken en de toekomst van Wout Brama en Rasmus Bengtsson was onduidelijk. Ik ben ontzettend trots dat de keuze uiteindelijk ook op mij gevallen is. Het is een belangrijke rol, die veel verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Je bent min of meer de baas van de selectie, hebt een leidinggevende rol. Op het veld verandert er weinig voor mij, behalve dat ik voor de wedstrijd de jongens toespreek. Coachend was ik echter altijd al aanwezig op het veld.”

Bjelland werd bij zijn transfer al aangekondigd als nieuwe leider van FC Twente, en de verdediger is van mening dat leidinggeven in zijn karakter zit. “Of het leidinggeven in mijn karakter zit? Waarschijnlijk wel. Vroeger op school was dat al zo. Als we gingen voetballen, kwamen mijn klasgenoten altijd aan mij vragen tegen wie we moesten spelen. Ik ging ook altijd voorop in de strijd, was niet bang om tegen de oudere jongens te spelen. Tijdens die partijtjes hield ik ook van plagerijtjes richting tegenstanders en maakte ik grappen. Dat vind ik belangrijk in het voetbal, plezier hebben. Dat heb ik mezelf en mijn teamgenoten vroeger altijd voorgehouden. Door plezier te hebben leer je makkelijker en meer.”

[google]Wel had de Deen tijd nodig om zich aan te passen bij FC Twente. “Toen ik hier kwam had ik tijd nodig om me aan te passen. Ik zat in de kleedkamer met spelers als Tadic, Nacer Chadli en Douglas. Goede spelers die mooie stappen hebben gezet. Wisgerhof en Boschker speelden in die periode misschien niet meer zo’n belangrijke rol in het veld, maar ze hadden in de kleedkamer nog altijd veel te vertellen. Door hun vertrek is er het een en ander veranderd. Nieuwe jongens moesten opstaan. Een mooi proces. Kijk bijvoorbeeld hoe Cuco (Martina, red.) zich heeft ontwikkeld. Hij kwam vorig jaar van RKC, maar heeft zich opgewerkt tot tweede aanvoerder. Hij laat zich horen op het veld en jonge jongens kijken tegen hem op. Door die veranderingen heeft het hele team stappen gemaakt.”

Het Nederlandse voetbal is anders dan het Deense voetbal, in Nederland wordt dan ook anders verdedigd. “In Nederland wordt veel aanvallender gedacht. Met Nordsjælland speelden we ook aanvallend, maar met een zoneverdediging. Hier staat het achterin vaker één op één. Daardoor en door de aanvallende impulsen krijg je uitslagen als 5-3 en 4-2. Maar van tegentreffers kan ik echt balen. Als verdediger win ik liever met 1-0. Ik heb echt aan die manier van denken moeten wennen.”

Bjelland heeft het prima naar zijn zin bij FC Twente en hij ziet zichzelf nog wel jaren bij de Enschedese club spelen. “Ik kan mezelf hier nog jaren zien spelen”, aldus Bjelland. “Maar met de toekomst hou ik me eigenlijk niet bezig. Wellicht kan ik nog een keer een stap vooruit zetten. Als het zover komt wil ik een weloverwogen keuze maken. Ik wil mijn gezin niet heen en weer slingeren. Dat we het hier goed hebben, vind ik belangrijker. Ik bekijk het leven van dag tot dag en probeer van iedere minuut te genieten", zo besluit de aanvoerder van FC Twente.

[ligatus]