Nieuws

Nicky Kuiper: "Ik doe weer mee"

Nicky Kuiper: "Ik doe weer mee"

Soms was er geloof en positivisme, dan eenzaamheid en chagrijn. Altijd maar die knie, die kapotte knie, hoofdrolspeler in zijn leven. FC Twente-speler Nicky Kuiper (22) raakte in januari 2011 zwaar geblesseerd op het trainingskamp in La Manga. Nu, een jaar later, is de linksback terug en vertelt hij in het spelershotel in Maspalomas zijn verhaal.

Maspalomas, januari 2012.
Nicky Kuiper springt tijdens een training in de lucht, kopt de bal en landt op zijn linkerbeen. Even schiet de angst door hem heen: stel dat zijn kruisband weer afscheurt. Dan is er meteen de opluchting: ik ben er nog, ik heb ook dit moment overleefd. Ik doe weer mee...

‘Als ik bezig ben, denk ik nergens aan, dan ga ik voor elke bal. Pas na een actie schiet het soms door me heen: pffff, ik heb het doorstaan.
Het is een jaar geleden dat het fout ging, sinds vijf maanden train ik weer. Klaar ben ik nog niet en ik zal er ook nooit klaar meer mee zijn. Mijn gehele carrière moet ik met mijn knie bezig zijn. Krachttraining, elke dag weer. Om de spieren rondom mijn knie zo sterk mogelijk te maken. Ik ga er vol voor, wil mezelf niets kunnen verwijten. Wat als het weer misgaat?
Dan mag het niet aan mijn inzet liggen. Nu ik er alles aan doe, heb ik het verder niet meer in eigen hand. In het begin heb ik vaak de angst gehad dat het over was, dat ik niet meer op het veld zou kunnen staan. Dan was het twee dagen goed gegaan, werd ik weer positief en ging het toch mis. Bam, knie dik. Daar werd ik chagrijnig van, een dag of soms twee. Er waren momenten dat ik dacht: ‘Ik heb er geen zin meer in, ik geloof er niet meer in’. Gek werd ik er soms van. Ik trainde in Zeist, de eerste zes weken zat ik intern, daarna reed ik op en neer. Anderhalf uur nadenken, heen en terug, daar word je niet altijd blij van.

Ik heb in die tijd veel gesproken met een psychologe. Zij leerde me om het negatieve om te zetten in iets positiefs. Ik moest vertrouwen op de dokters. Zij zeiden steeds dat het niet erg was dat de knie dik werd. Zij hebben er verstand van en ik moest me daar aan overgeven. In het begin vond ik het moeilijk om te geloven en kon ik me er niet aan overgeven, later wel.

Zeist was een bewuste keus. In 2010 was ik ook al lange tijd geblesseerd, toen revalideerde ik in Enschede. Dit keer wilde ik wat anders, het beste van het beste voor mezelf. In Zeist trainden ook veel lotgenoten, zoals Mulenga enWel-lenberg. We sleepten elkaar er door, ik was niet alleen. Maar af en toe maakte het me juist eenzaam. Als je ziet dat andere spelers progressie maken en teruggaan naar hun club en jij niet, dan slaat de twijfel weer toe. Komt het ooit nog goed?’

La Manga, januari 2011. Kuiper is lang uit de roulatie geweest.
In het voorjaar van 2010 blesseert hij zijn rechterknie. In oktober van dat jaar loopt hij in het duel tegen ADO een scheur op in de buitenband van zijn linkerknie. Een operatie is niet nodig, de linksback gaat zes weken in het gips. In Spanje slaat het noodlot toe. Tijdens zijn eerste training met de groep klinkt een schreeuw van pijn over het veld. Kruisband gescheurd, dit keer is een operatie noodzaak.

‘Ik ben een knie-expert geworden. De operatie werd uitgevoerd door dokter Cor van der Hart. Ik lag op de tafel en kreeg via een cameraatje mee wat hij deed. Hij heeft de meniscus opgelapt en van een hamstring een kruisband gemaakt. Het was apart, ik zag hem met een hamer op mijn knie slaan. Nog steeds ben ik heel de dag met mijn knie bezig. Voel steeds of hij dik is of niet.


Mijn vriendin wordt er weleens gek van: ‘ Laat dat ding met rust’.

Ik kan het niet, ik moet lief voor de knie zijn. Ik droomde tijdens de revalidatie soms dat ik wedstrijden speelde en dat er niets aan de hand was. Dan was wakker worden een teleurstelling.
Het was een lang jaar en toch ook niet. Opeens zit ik weer hier op trainingskamp met het team. Ik heb tegen mijn vriendin gezegd: ‘Ik hoop niet dat ik hoef te bellen met de mededeling dat ik weer naar huis kom’. Mentaal is het hard werken. Je wordt er cynischer van, soms zeg ik: ‘Misschien voetbal ik wel nooit meer’. Maar de situatie heeft me ook dankbaar gemaakt. Peter Wisgerhof en Wout Brama hadden deze week geen zin in de looptraining. Dan zeg ik: ‘Wees blij dat je het kunt’.

Ik ben weer onderdeel van de groep, eindelijk. In het begin ging ik niet naar wedstrijden, had er echt geen zin in en kon het niet opbrengen. Je raakt steeds meer op afstand. Nu voel ik weer betrokkenheid. Twente is bezig met een nieuwe linksback. Waarom, denk ik dan. Je hebt er twee, plus Thilo Leugers en ik ben er ook nog.

Maar bovenal ben ik blij dat ik hier weer zit. Intussen ben ik al langer geblesseerd dan dat ik gespeeld heb. Anderhalf jaar al, dit is mijn derde seizoen. Ik speelde onder McClaren regelmatig. Onder Preud’homme vier keer, Adriaanse heb ik twee keer gesproken. Nu ben ik terug en is McClaren er ook weer. Ik hoop dit keer voor mezelf op een andere en veel betere afloop.’

TCTubantia

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties