Nieuws

"Overloper, verrader, ik hoop dat je je been breekt"

"Overloper, verrader, ik hoop dat je je been breekt"

Artikel uit de TCTubantia van 10-02-2012

In de jeugd bij Ajax dacht Glynor Plet: mijn droom is uitgekomen; ik speel bij Ajax, dit is het! Het zou nog ruim dertien jaar duren voor hij zijn debuut maakte in de eredivisie, voor Heracles. Zijn weg kende bijzondere afslagen en bracht hem twee weken geleden naar de top van Nederland. Vanavond begint hij op de bank als hij met FC Twente tegenover zijn oude ploeg staat.

In de voetballerij gaat alles snel, snel, snel. De ene dag ben je speler van Heracles Almelo, de volgende dag maak je kennis met je nieuwe ploeggenoten bij FC Twente. Een week later moet het lijken alsof het nooit anders is geweest en rijd je in een auto van je nieuwe club, heb je alle gloednieuwe tenues in huis, draag je het oude nummer van Bryan Ruiz (10), ben je de opvolger van de net vertrokken Marc Janko en praat je over ‘ wij FC Twente’ tegen ‘zij Heracles Almelo’ als de derby op het punt staat gespeeld te worden.

„Je hebt niet veel tijd om te wennen en dan heb ik het nog makkelijk. Ik woon in Almelo en hoef dit keer niet te verhuizen”, zegt Glynor Plet (25), die op 31 januari rond kwam met zijn nieuwe club. „Bij Heracles ken ik iedereen, bij Twente stap je op een dag midden in het seizoen de kleedkamer binnen. Ik was zenuwachtig, maar had van Joshua John al gehoord dat het een goede groep is. Hij is ook nieuw en kreeg gelijk. Dan volgen de eerste trainingen... Man wat zwaar. Het is allemaal net wat verfijnder hier, er wordt meer op de details gelet. Gelukkig klopt de arbeid- rust-verhouding precies. Telkens als ik dacht ‘nu kan ik echt niet meer’, volgde een moment rust.”

Week 2 bij FC Twente is ingegaan.

De gang van huis naar het trainingscomplex in Hengelo heeft Plet een keer of tien gemaakt. Ook De Grolsch Veste heeft hij tijdens twee besloten trainingen van de ‘thuiskant’ gezien. In de luxe kleedkamer komt binnenkort ook zijn naam boven een luxe stoel te staan. „Ik voel me net Sjakie in de chocoladefabriek. Alles is groter en tot in de puntjes geregeld. We hebben een kok die elke dag viersterrenmaaltijden kookt. Er is een sauna en een bad in de kleedkamer, ik moet alleen nog een paar eendjes kopen.”

Dat FC Twente nu zijn werkgever is, vind hij soms onwerkelijk. De top van Nederland is bereikt. Het is meer dan een droom, het is een intense passie, zegt hij. „Als mijn ouders vroeger vroegen wat ik wilde worden, antwoordde ik: profvoetballer. En als dat niet lukt? Dan zei ik: profvoetballer. Ik wist niets anders en dat weet ik nog steeds niet. Ik pieker me er vaak suf over. Wat wil ik hierna, wat is nog meer leuk? Het baart me wel eens zorgen dat er dan niets bovenkomt. Vind ik niets anders leuk? Het lijkt erop. Ik heb het gevoel dat de tijd dringt.
Ik ben al 25 jaar, speel nog maar anderhalf jaar in de eredivisie. Ik moet trainen, beter worden en snel groeien. Dat ik deze stap al heb gezet, is een opluchting. Ik ben hier, ik kan rustig ademhalen. Weer een doel bereikt. Nu komt het moeilijkste deel: ik moet het gaan waarmaken.”

Terug naar het begin, vijftien jaar geleden. Plet speelde in de D2 van Ajax. Tien jaar oud. „Dat was het einde; ik speelde bij Ajax, wat wilde ik nog meer?
Na twee jaar werd ik weggestuurd, wat terecht was. Ik stond stil, werkte er niet meer voor. Ik had mijn grote doel tenslotte bereikt en voetbalde een beetje. Ik speelde bij Ajax! Ha ha. Daar heb ik nooit spijt van gehad, ik was nog jong. Dingen gaan zoals ze gaan en je leert ervan. Het heeft daarna wel lang geduurd voordat ik eindelijk profvoetballer werd.”

Via de jeugd van Haarlem en de amateurs van Argon komt Plet in 2005 bij eerstedivisionist Den Bosch terecht. Hij debuteert in het betaald voetbal, maar maakt twee jaar later een opmerkelijke stap.

„Naar hoofdklasser FC Lisse, terug naar de amateurs. Mijn vader en mijn zaakwaarnemer adviseerden me om een stap terug te doen, omdat ik bij Den Bosch een amateurcontract zou krijgen. Ik wilde niet, ik wilde vasthouden aan het betaalde voetbal. Zij beloofden me dat deze stap terug me twee stappen vooruit zou opleveren. Bij Lisse zou ik elke week spelen en scoren.
En ze kregen zo verschrikkelijk ge*lijk. Deze week wezen ze me er met een knipoog op: ‘We hebben het je beloofd, maar je hebt het zelf gedaan’.”

Zaterdags speelt hij met Lisse, elke zondagochtend neemt Plet de bal onder de arm. Van zijn ouderlijk huis in de Amsterdamse Bijlmer ‘waar ik op alle pleintjes heb gevoetbald’ - naar een trainingsveld tegenover het jeugdcomplex van Ajax, De Toekomst. „Daar konden de talenten uit de buurt extra trainen. Vrije trappen nemen, afwerken op het doel. Ik keek dan naar de overkant en werd bij de aanblik van De Toekomst nog fanatieker. Ooit! Ooit zou ik weer betaald voetbal spelen. Ik werkte bij een sponsor van Lisse, als administratief medewerker. Het was een goed jaar, ik verdiende mijn eigen geld. Ik had me al ingeschreven voor een studie. Maar ik raakte steeds verder weg van wat ik echt wilde.”

Edward Metgod van Telstar hoort via zijn zoon dat er een talentvolle spits rondloopt bij FC Lisse, de dan kersverse algeheel amateurkampioen van Nederland. „Iedereen raadde me af om naar Telstar te gaan. Bij Lisse verdiende ik meer geld. Maar als je mijn verhaal hoort, weet je waarom ik er voor ben gegaan. Dit was de kans, misschien wel de laatste.”

Twee jaar later, in augustus 2010, debuteert hij in de eredivisie voor Heracles. In de eerste wedstrijd, tegen Willem II, scoort Plet twee keer. De kronkelweg is overgegaan in een snelweg. Nog geen anderhalf jaar later rijdt Plet via de A35 naar Enschede.

„‘Overloper, verrader, ik hoop dat je je been breekt...’ Niet iedereen was positief over mijn transfer. Maar het is een kleine groep Heracles-supporters die zo over mijn overgang denkt, ik heb vooral veel goede reacties gehad. Zolang ik in Almelo kan blijven wonen, blijf ik. Mijn gezin en ik hebben het naar de zin. Ik kijk niet met weemoed terug. Er is een nieuwe tijd aangebroken. Het is mijn pad, mijn weg en mijn keus. Ik zal op de bank beginnen, achter Luuk de Jong. Bij Heracles was Samuel Armenteros bij mijn komst de eerste spits. Ik ben de strijd aan gegaan en dwong een basisplek af. Het accepteren dat ik reserve ben, kan ik niet. Dat zou ook geen instelling zijn. Ik moet verder, de tijd dringt.”

Bron: TCTubantia

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties