Slapeloze nachten voor Henry de Weert

Artikel uit de TCTubantia van 10-02-2012

Het veld in De Grolsch Veste is goed bespeelbaar voor de derby van vanavond tegen Heracles. Maar makkelijk is het niet om in tijden van extreme kou of zware regen het gras fier overeind te laten staan. Drie deskundigen van FC Twente vertellen.

Henry de Weert, groundsman bij FC Twente.

Werkt meer dan acht uur per dag aan het gras. Hij heeft een stagiair die hem drie dagen per week helpt. Terwijl heel Nederland op de schaats staat, heeft hij slapeloze nachten van de extreme vorst die ‘zijn’ grasmat tergt.

„Vaak denk ik: als dat maar goed gaat. Het veld is goed bespeelbaar, maar door de vorst is er wel schade. Bij deze temperaturen groeit het gras moeizaam en herstelt het veld traag. Na een wedstrijd of een training in het stadion, proberen we het gras met een greep naar elkaar toe te drukken. We houden de grasbezetting op die manier zo dicht mogelijk. Met een machine, met daaronder drie walsjes, rollen we het na om de oneffenheden eruit te krijgen. En dan zijn er de lampen die steeds verplaatst worden. We hebben er zes plus twee kleintjes. De lampen zijn er voor het licht, niet voor de warmte. Dat denken mensen vaak, maar onder de lampen is het een tot drie graden warmer dan er buiten. Het gaat erom dat het gras het licht opneemt en suiker produceert, zodat het weer gaat groeien. Dat noemen we fotosynthese.”

„Als je kijkt naar de omstandigheden denk ik dat er niet geklaagd kan worden vanavond. Maar het is geen mat die je in het voorjaar ziet, het gras heeft een winterkleur. Ik droom over gras en soms lig ik er wakker van, je kunt zoveel zelf doen, maar bepaalde omstandigheden hebben we niet in de hand.”

Arnold Vrijs, coördinator van de technische dienst bij FC Twente.

Bewaakt met zijn team - in nauw overleg met De Weert - 24 uur per dag de toestand van het veld. Kan vanaf elke computer ter wereld de verwarming reguleren. En mocht de pomp uitvallen, dan ligt er al een reservepomp klaar.
„We laten niets aan het toeval over. Als er een storing is, krijgen we automatisch een sms. We zitten er zo de hele dag bovenop. De veldverwarming slaat normaal gesproken aan als de temperatuur van het veld onder het vriespunt komt. Maar met deze extreme kou schakelen we de vorstbeveiliging in. Als het gras opeens te warm wordt, hou je de wortels voor de gek. Dus bouwen we het langzaam op.”

„Op twintig centimeter diepte in het veld liggen de slangen die het veld verwarmen. In totaal zitten er drie sensoren op, verdeeld over het veld. De slangen mogen niet warmer worden dan 42 graden. Dat lijkt hoog, maar ze moeten een heel groot oppervlakte (8.500m2) verwarmen. Het kost veel tijd om alles te reguleren, maar vanavond tijdens de wedstrijd zal het veld achttien graden zijn.’’

Eugenio Porcu, manager operationele zaken bij FC Twente.

Is het aanspreekpunt van de club en de KNVB als het om stadionzaken gaat, daar hoort ook het veld bij. Overlegt nauw met Van der Weert en Vrijs.

,,Het is een groot misverstand dat de lampen het veld kunnen ontdooien of verwarmen. De Graafschap dacht ook dat het kon en wilden units van ons lenen. Maar dat is onmogelijk, het gaat puur om fotosynthese en dat kost veel tijd.”

„We kunnen heel veel, maar uiteindelijk bepaalt het weer. De KNVB eist dat het veld altijd speelklaar is, maar vraagt soms wonderen. Het is en blijft een natuurproduct en in deze tijd is het heel moeilijk om het gras te laten herstellen.”

„We vragen ons ook weleens af of het verstandig is dat er altijd gespeeld moet worden. Moet je dat willen als het - 6 of zelfs -10 is? We voetballen voor het publiek. Je zag het afgelopen week ook op de tribunes bij andere wedstrijden, veel mensen bleven thuis. Aan de andere kant begrijpen we ook dat het met de strakke agenda lastig is om van het speelprogramma af te wijken.”

Bron: TCTubantia