Nieuws

Slotakkoord van een optimist

Slotakkoord van een optimist

Als je op je 33e jaar naar een topclub gaat, hoop je op speeltijd. En krijg je die, dan geniet je. FC Twente-speler Tim Cornelisse is een optimist, die na een echtscheiding, de dood van ploeggenoot David di Tommaso en het ongeluk van Utrecht-speler Mihai Nesu dankbaar is voor wat het leven hem brengt. Vanavond is de rechtsback er weer bij als Twente aantreedt in een volle Veste tegen Schalke 04.

Altijd is er die lach in zijn ogen. Tim Cornelisse is drie dagen per jaar chagrijnig gokt hij, maar veel vaker huppelt de blijdschap door zijn hoofd. Hij speelt in zijn eerste seizoen bij FC Twente vaker dan hij verwacht had. In het begin van het seizoen voor de toen afwezige Roberto Rosales, sinds eind januari omdat Dwight Tiendalli is geblesseerd. Deze maand alleen al won hij met de Tukkers het tweeluik met Steaua Boekarest en maakte de historische 6- 2 zege op PSV mee. Het lijkt voor de rechtsback een eeuwigheid geleden dat hij voor het eerst bij Twente binnenliep en de hand schudde van toenmalig trainer Co Adriaanse.

Na zeven jaar FC Utrecht werd de rechtsback deze zomer als back-up naar Enschede gehaald. De top van Nederland, een laatste gedroomde stap en wellicht een vlammend slot van zijn carrière. Wie had dat nog gedacht van de 33-jarige Timmy (‘toen ik ouder werd, wilde ik Tim genoemd worden’) Cornelisse uit Alkmaar? „Als je zo’n kans krijgt, pak je die.”

Ooit ambieerde Cornelisse een seconde lang het buitenland, maar hij wist dat het er niet van kon komen. Een echtscheiding hield hem in Arnhem. „Ik heb twee zoons uit mijn eerste huwelijk. Als ik vertrokken zou zijn naar een buitenlandse club, had ik ze alleen in de vakanties kunnen zien. Daarvoor heb ik niet voor kinderen gekozen. Enzo is negen, Max is zeven. Uit mijn tweede huwelijk heb ik dochter Elize van vijf jaar. Ik ben een familiemens, ze betekenen alles voor me. Als ik voor hen dingen moet laten, dan doe ik dat, met liefde.”

„Nee”, zegt hij stellig, „ik heb er geen spijt van dat het zo is gelopen. Ik ben nu gelukkiger dan ooit met mijn huidige vrouw en zie de jongens 2,5e dag per week.”

Want het kan ook anders, weet hij uit ervaring. „Elk jaar ben ik erbij als bij FC Utrecht de David di Tommaso-trofee wordt uitgereikt door zijn weduwe. We speelden samen toen hij in 2005 zomaar in zijn slaap overleed. Dat was zo’n moment in mijn leven dat ik dacht: dat kan dus ook gebeuren. Je moet er ondanks de ellende wat van maken. Net na zijn dood, vond ik het eng om te gaan slapen. Wat als ik niet meer wakker word? Maar je gaat verder, vanzelf. Zijn vrouw en kind hebben het leven ook weer opgepakt, het gaat goed met ze. Daar ben ik blij om.”

Dinsdag 10 mei, 2011. Zomaar een training bij FC Utrecht. „Ik stond buiten het veld. Mihai Nesu lag op de grond na een botsing. We hadden niet het gevoel dat het ernstig was, totdat Michel Vorm naar hem toe rende. Mihai schreeuwde: ‘I can’t breathe!’. We dachten aan een beknelde zenuw, niet aan een dwarslaesie. We stonden om hem heen toen de ambulance kwam. Pas later hoorden we hoe ernstig het was. Dan lig je weer op bed en stel je je voor dat je niet kunt bewegen, je armen niet kunt gebruiken. Wat een ellende. We hebben af en toe nog contact. Ik bewonder hem. Hij heeft een stichting opgericht om Roemeense gehandicapten te helpen, terwijl hijzelf nog zoveel hulp nodig heeft. Wat een veerkracht. Al die gebeurtenissen hebben me gevormd. Het was pittig, maar je wordt er sterker van.


Ik heb me op het voetbalveld altijd kunnen afsluiten voor de ellende. Misschien is het ook wel een voordeel om topsporter te zijn. We gaan altijd maar door. Je moet met de trein mee, achterblijven kan niet.” Voor een voetballer is het een prachtig ritme, vindt hij. „Spelen, herstellen, spelen. Het gaat zo snel dat ik me niet voor kan stellen dat Adriaanse dit seizoen nog onze trainer was. Je wint met 6-2 van PSV, maar hebt amper tijd erbij stil te staan. Schalke wacht alweer. Vorig seizoen deden we met Utrecht tot december mee in de beker en de Europa League, aan het einde van de rit was de pijp leeg. Een groot verschil met Twente, hier kunnen we het wel verteren. Deze selectie is breder en heeft meer kwaliteit.”

Hij is bezig aan zijn laatste hoofdstuk. „Daar ontkom ik niet aan. Mijn broer Yuri is al gestopt en in opleiding tot politieagent. Ik weet nog niet wat ik wil. Ik heb een sterk rechtvaardigheidsgevoel, misschien kan ik daar wat mee. Maar ik ben nu hier en daar wil ik van genieten. Stel dat we kampioen worden...”

Interview Tim Cornelisse

Bronnen: Tubantia en FCTwenteTV

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties