Columns

Schimmelpennincks fascinatie voor de skybox: "Hier zijn alle clichés waar"

Schimmelpennincks fascinatie voor de skybox: "Hier zijn alle clichés waar"

Op mijn veertiende kocht ik mijn eerste seizoenskaart voor FC Twente. Een staanplaats in Vak O, naast de harde kern van Vak P, in het oude Diekman. Voor 50 gulden; je koopt er nu twee broodjes beenham en twee biertjes voor. Het was het seizoen 1997-1998, dat werd afgesloten met een verhuizing naar het achteraf veel te kleine Arke Stadion. Dat stadion had 13.000 gekleurde ‘smartiestoeltjes’ om het vol te laten lijken als het niet vol zat. Ja, de Twentse bescheidenheid werd pas later ingeruild voor grootheidswaan. Maar het stadion had ook een noviteit voor de Twentse voetbalfans: 24 skyboxen, meestal aangekleed als een bruine kroeg met een bar en wat meubilair dat in 1998 een goed idee leek. Dankzij een klasgenootje, wiens vader bestuursvoorzitter van een grote brouwer was, had ik al eens in een skybox gezeten, in de toen nog bijzonder ongezellige Arena in Amsterdam. En later dat jaar ook in het eveneens sfeerloze Eindhoven, waar de stoelen opvallend genoeg volledig achter glas waren geplaatst. Je kon een raampje openzetten als je die typische lucht van gras, frituur en sigarettenrook wilde meekrijgen.

Sindsdien heb ik skyboxen altijd fascinerend gevonden, omdat ze voelen als merkwaardige relikwieën uit vroeger tijden. En omdat ik niet kon begrijpen waarom mensen daar zo veel geld voor wilden betalen; met duizend man in een uitvak staan zingen is gewoon veel mooier. Dat ze dat toch doen heeft natuurlijk uitsluitend met status te maken. Tweeduizend jaar geleden hadden de Romeinse amfitheaters al speciale loges voor de voornaamste toeschouwers en ook nu, bij de toch bijzonder volkse voetbalsport, is er nog behoefte aan een zichtbare scheiding der klassen. Als je die naar vermogen definieert althans, want de gemiddelde skyboxhouder staat qua beschaving dichter bij de hooligans op de gewonemensentribunes dan de Romeinse elites bij hun vulgus. De skybox is een van de laatste bastions van vrolijke en schaamteloze segregatie; hier kan de rijke vanachter een veilige afscheiding van volksvermaak genieten en neerkijken op het volk. En dat volk vindt het prima, want zonder de skyboxhouder geen nieuwe linksback. In die zin laat de skybox zien dat zichtbaarheid de acceptatie van een elite vergroot. Nergens is het sociale contrast tastbaarder dan in een voetbalstadion.

[google]

Een ander smulelement van de skybox is de skyboxvrouw, die zeker in Twente eigenlijk al een jaar of twintig hetzelfde aantrekt. Een witte broek, hoge laarzen en een Barbour-jas; u treft deze klederdracht ook aan bij de Military Boekelo. Dochterlief draagt een panterbroek en legt het sinds kort aan met de spits van het tweede, zoonlief doet iets met dure auto’s. In een skybox zijn alle clichés waar. Maar sport is niet alleen nuttig als kanalisatie van tribale gevoelens, het is ook bij uitstek de zakelijke netwerkplek. De skybox moet echter oppassen dat het geen fenomeen uit het verleden wordt, zo leert het huidige nummer van Quote, want zaken worden tegenwoordig steeds vaker gedaan op de theedansende hockeyclubs.

Sander Schimmelpenninck
Quotenet

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties