Oosting geniet van betrokkenheid trotse supporters: "Echt briljant"

Joseph Oosting kwam als een trotse man met een grote glimlach op zijn gezicht naar de eerste training van FC Twente. Ruim drie maanden later zien we de 51-jarige trainer nog altijd genieten van zijn werk bij de club. Als hij FC Twente bij 1Twente Voetbaltijd in één woord moet omschrijven, zegt hij 'noaberschap'. Op de vraag wat er beter kan bij de club, heeft hij geen antwoord.

"Vier jaar geleden zat je met Twente nog in de KKD", zegt Oosting. "Je hebt natuurlijk een enorm progressie geboekt in alles. Er staat een goed team, de supporters zijn geweldig. Ik woon in Oldenzaal. Als je ziet hoe het leeft... Dat vind ik echt briljant. Het noaberschap, het met elkaar. Het trotse spreekt me ook enorm aan."

"Uiteindelijk heb je daar een bepaald budget voor. Ik vind dat we op dit moment een selectie hebben die complementair aan elkaar is, dat is één. Er zit een bepaalde teamgeest en teamspirit in en dat vind ik wel heel erg belangrijk. En ze willen ontwikkelen. Soms moet je ook weten wat je hebt. Vervolgens ga je ermee aan de slag en dan gaan we straks in januari kijken: waar staan we? Hoe is de ontwikkeling van onze jongens, van ons team en ook van de club? De club moet daar natuurlijk ook in meegroeien. Dan gaan we eens kijken wat we kunnen en hoe we het kunnen doen", aldus Oosting.

Presentator Mick van Halst probeert het toch nog een keer. Hij haalt aan dat er misschien dingen zijn die nog niet op het niveau van Feyenoord en PSV zijn. Oosting lacht. "Ik begrijp waar je naartoe wilt, maar we zijn acht wedstrijden onderweg. Daarvoor hebben we ook nog wat wedstrijden gespeeld in Europa. Dan vind ik het nog te vroeg om te zeggen wat we echt daadwerkelijk moeten hebben", zegt de Emmenaar.

"We hebben maar één wedstrijd verloren en we hebben zeven wedstrijden gewonnen. Dat is voor Twente onwijs goed. Ik vind het nog te vroeg om te zeggen: dat moeten we echt hebben. Ik heb geleerd in mijn carrière als trainer zijnde dat je altijd in het midden moet blijven als het goed gaat en in het midden moet blijven als het slecht gaat. Laten we nu eerst maar eens kijken hoe het zich verder ontwikkelt", besluit Oosting.