Missie Streuer lijkt gefaald, of toch niet? FC Twente na Feyenoord de beste
Jan Streuer ging afgelopen zomer de transfermarkt op met een duidelijke missie: de verdediging versterken. FC Twente kreeg vorig seizoen te veel en te makkelijk doelpunten tegen, wat te veel punten heeft gekost, zo redeneerde de technisch directeur. Robin Pröpper werd teruggehaald, Stav Lemkin werd aangetrokken en Mats Rots kreeg na zijn huurperiode bij Heracles Almelo een kans op linksback.
Die missie van Streuer lijkt vooralsnog te falen. FC Twente hield in de eerste negen speelrondes nog geen enkele keer de nul en heeft al veertien doelpunten tegengekregen. Maar liefst zeven clubs kregen tot dusver minder goals tegen.
Toch doet FC Twente het in verdedigend opzicht helemaal niet zo slecht. De Tukkers hebben na Feyenoord tot dusver de minste expected goals tegengekregen. Feyenoord heeft 6,2 xG tegen, FC Twente 8,8 en daarna komt een groot gat naar FC Groningen (11,5). Ook krijgt FC Twente na Feyenoord de minste schoten op doel tegen per negentig minuten (1,89 tegen 3,33). En toch krijgt FC Twente relatief veel goals tegen. Hoe kan dat?
Unnerstall
Wat vooral opvalt, zijn de matige cijfers van doelman Lars Unnerstall. De 35-jarige Duitser heeft met een reddingspercentage van slechts 53,3 procent de laagste score van alle keepers in de Eredivisie. Volgens de data had hij dit seizoen ruim vier doelpunten meer kunnen voorkomen dan hij deed - een duidelijke aanwijzing dat de ervaren sluitpost onder zijn gebruikelijke niveau presteert.
Tegelijkertijd speelt ook pech een rol. De schoten die FC Twente dit seizoen te verwerken krijgt, behoren namelijk tot de gevaarlijkste van de Eredivisie: gemiddeld 0,36 expected goals per schot op doel. Dat betekent dat de tegenstanders van Twente relatief weinig schieten, maar wél vanuit kansrijke posities. Denk bijvoorbeeld aan de kopballen van dichtbij van Justin Lonwijk van Fortuna Sittard en Ivan Mesík van Heracles Almelo - weinig aan te doen voor Unnerstall.
Toch had de doelman, zelfs met die context, iets meer kunnen brengen. Op basis van de kwaliteit van de schoten had FC Twente bijna drie tegentreffers minder hoeven incasseren. Alleen Heracles Almelo en FC Groningen presteren in dat opzicht slechter.
Disbalans
De cijfers laten zien dat FC Twente defensief beter presteert dan de uitslagen doen vermoeden. De organisatie staat, maar de kanskwaliteit van de schoten tegen is hoog: tegenstanders krijgen weinig kansen, maar de schoten zijn wel erg gevaarlijk. Het hoge rendement van die kansen en de vormdip van Unnerstall zorgen samen voor een vertekend beeld. Wellicht herstelt de balans zich nog en zien we later in het seizoen dat FC Twente minder gaat incasseren.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties