Nieuws

Column: Dankzij Fer oogde de reservebank als een schilderij

Column: Dankzij Fer oogde de reservebank als een schilderij

Leroy Fer was amper begonnen bij FC Twente, of zijn leaseauto begaf het. Een degelijk Duits exemplaar nota bene, maar er was geen beweging meer in te krijgen, niet vooruit en niet achteruit. Daar stond 'ie dan.

Het is misschien wat flauw, een metaforisch verband leggen tussen een haperende auto en een haperende voetballer, maar echt een lekkere start kun je het niet noemen natuurlijk, van Leroy Fer bij FC Twente. Die leaseauto was toch een soort voorbode, vrees ik.

Ik bedoel dat niet sarcastisch of neerbuigend, want Leroy Fer is een erg vriendelijke jongen en een goede speler. Volgens onze huisfotograaf Pim Ras is hij bovendien één van de meest fotogenieke voetballers van Nederland, want foto's met Leroy erop lukken altijd, iets wat je van Pim en mij niet kunt zeggen.

Als Leroy Fer lijdt, dan doet hij dat met lijf en leden. Knokt hij verbeten, dan druipt de grimmigheid van zijn gezicht, omringd door glinsterende zweetdruppels, het krachtige lijf woest en standvastig. Is er wat te vieren, dan straalt de lach van Leroy Fer zo de kamer in. Je hoeft als fotograaf maar te klikken - en klaar ben je. Het verhaal is verteld.

Ik had daar nooit zo over nagedacht, maar Pim Ras ziet dat soort dingen. Roy Makaay en Arjen Robben bijvoorbeeld, zijn volgens Pim veel moeilijker te fotograferen, omdat ze bij voor- of tegenspoed ongeveer hetzelfde uit hun ogen kijken. Dirk Kuyt daarentegen, doet het juist weer heel goed op foto's. Met mooi of lelijk heeft het allemaal niets te maken. Je hebt het of je hebt het niet.

Leroy Fer heeft het. Zelfs foto's van de Twentse reservebank oogden de laatste tijd als schilderijtjes. Alleen die vertraagde, triestige oogopslag al. Fer hoefde je eigenlijk niet eens te interviewen om te weten hoe hij zich voelde, als miljoenenaankoop op een zijspoor. Het begint met een K en het eindigt op een T.

Toch moet je met perceptie altijd oppassen, want het is maar perceptie. De laatste keer dat ik Leroy Fer recht in de ogen keek, was een paar dagen voor de transferdeadline, na maanden van gedoe en getrek en gebluf en gepoker.

Aan het begin van de zomer had hij nog vastberaden verteld dat hij naar Twente wilde, helder beargumenteerd, de sterke armen over elkaar geslagen. Maar hoe driftiger Joop Munsterman en Martin van Geel hun spelletje 'Wie heeft de langste' speelden, des te heviger leek Fer te twijfelen hoe het nu verder moest.

Althans, zijn ogen vertelden dat. Die zeiden zoiets als: ik zou willen dat het stiekem overwaaide, dit gedoe, dan zien we volgend jaar wel weer lekker verder. Totdat er alsnog een krankzinnig bedrag op tafel lag en er geen weg meer terug was.

Zaterdagavond lachte hij eindelijk weer eens, na zijn goal tegen PSV, voor het eerst sinds tijden. Maar het wachten is nog op die ene foto van Leroy Fer in het shirt van FC Twente. Een foto van puur en onbezorgd geluk.

Sjoerd Mossou / AD

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties